1 Besteller, verdwijn naar de wijnkelder. (6)
2 Zeggen dat je klaar bent. (3,2,5,5)
3 Is ongepast in het abc. (15)
4 Toch zie ik niet de verschillen. (8)
5 Bent u in uw schik met de jus. (4)
7 Vertel iets elegants, anders tel je niet meer mee. (3,2,6)
8 Heeft een band met het water. (6)
11 Drank om te schieten. (11)
14 Al die tijd het gas ingedrukt gehouden. (8)
16 Saai paar in een Engels graafschap. (6)
18 Hardhandig. (6)
19 Haal de koe uit het portiek voor een uitstapje. (4)