7  Dat eet een halfzachte stuurman. (6)

 8  Het ronde stuk hout is blauw. (5)

 9  Vast aan de haak. (4)

10 In Engeland gaat deze niet het hoekje om. (3)

11 Door deze kapitalist verliest een krijger wat gewicht. (4)

13 Gevoel van een knijper. (5)

14 Geen zwijn aan de kant. (5)

17 Moeder bestaat. (4)

19 Dit werk is niets voor de dichter. (3)

20 Die heilige bezorgt ons een heerlijk avondje. (4)

22 Daar mag een paard voor het eest bereden worden. (6)

23 Beesten in een werktuig voor de boom. (5)

 2  Bij de demonstratie van een contrabas. (11)

 3  In de dop is die onverteerbaar. (5)

 4  Evenzeer als dermate goed. (5)

 5  Wijst zij de weg. (11)

 6  Geen Schoonoord. (4)

 9  Ruwe vrucht. (5)

12 Aanvankelijk vooraan. (5)

15 Onwijze halve voetstukken. (5)

16 U lag in het voedsel. (5)

18 Heldhaftig elftal uit gGriekenland? (4)

21 Een vervelend meisje slaapt erin. (4)