5  Van te weinig licht word je zwaarmoedig. (6)

 7  Haar echtgenoot houdt de polder droog. (6)

 9  Gelovige vertrekken in Engeland. (5)

10 'n Weinig bezit is geen bezit. (5)

11 Ouderwets beschermen op het veld. (13)

13 Sloeg de paal in het veld. (5)

14 Moet hij een voorstel doen. (5)

15 Nietszeggend woord. (6)

16 Zuiver klinkende drank. (6)

 2  Hij studeerde medicijnen en vreemde kunsten. (4)

 3  Het zwakke geslacht bij de sterke arm. (6)

 4  Van de ziekte, het gelach en wat verder in vuur en vlam zet. (11)

 6  Mopperend insect. (9)

 8  Niet tegenstaan. (9)

12 Noodgedwongen doet men dat met zijn eigen riemen. (6)

14 Voor deze muziek gaan soldaten op de loop. (4)