1 Het gaat nu weer om de plaats in Noord-Brabant. (4)
2 De kraan is ons inziens terug op de binnenplaats. (5)
3 Mia, uw poes roept! (5)
4 Een heus huwelijk. (4)
5 Staat witjes aan de kant. (5)
6 Nummer 11 geeft modder waar u in spit. (5)
9 Letterreeks. (5)
10 Gebruikt de gast voor het IJ zijn feestelijke maaltijd? (5)
12 Het omgekeerde slaghout zit aan systeemkaarten. (3)
14 Winterse waterafzetting die in een gedicht wordt beschreven. (3)
16 Ze staat achter de Roemeense munt; is dat het wachtwoord? (5)
18 Uitspatting van een voormalige noot? (5)
20 Daarbij heb je veel netten. (5)
21 Geeft godsdienstles, beetje voor beetje in het Amsterdamse complex. (5)
23 Die gaat open en dicht op z'n Brits, en niet zo'n beetje! (4)
24 Van die vruchtendrank wordt men wee in het hoofd. (4)