1 Hij droeg een lens om niets scheel te hoeven zien. (5)
2 Zei u wat? Bij Pieterburen lopen ze er over, hoor ik. (3)
3 Was mogelijk weer het hoogste punt. (3)
4 Gadeslaan hoe men Russisch water moet opdienen. (10)
6 Soort licht dat in de middag teruggekaatst wordt. (4)
8 Vijftig voor de jongen in het 'balspel'. (5)
9 Keer maar niet 's ochtends of 's avonds. (10)
10 Het is sterk stralend en erg heet naar men zegt. (3)
12 In die plaats voelt een plant zich in zijn element. (5)
13 Een plant voor een astronaut. (5)
16 Krijgt de compagnon een bloem in het schip? (7)
19 Mee teruggevoerd door het Utrechtse water. (3)
20 De egyptische godin bestaat tweemaal. (4)
22 Dat paard omschrijft u keurig. (5)
24 Die Engelse kaart slaat men bij tennis. (3)