2 De bal gepakt achter de tralies. (8)
3 Noodsein om 'm af en toe te bereiken. (4)
4 Dat getijde keert steeds terug. (4)
5 Zorgt voor drijfvermogen van een fles. (4)
6 Ten slotte de verzuchting 'brand'meester'. (11)
7 Die oplichter is een sukkelig werknemer. (11)
8 Een vaartuig uit vroeger tijd werd in de polder gevonden. (4)
10 Boom van honderden vierkante meters. (4)
12 Een streep eronder bepaalt hoeveel. (6)
14 U viel niet goed, ondanks het aanhoudend lief doen. (6)
16 Kuddedier. (8)
18 't Kijkertje aan de tapkast. (4)
19 Manier van doen van een stand. (4)
21 Maak een brik geschikt als slaapplaats. (4)
22 Een sport die uit een Europeaan voortkomt. (4)
23 El gaat in de bloeimaand terug naar het dorp in Drenthe. (4)