1 Evenement waar raddraaiers op afkomen. (6)
2 Nuttige bezigheid. (4)
3 Hij loopt te sjouwen met ijs. (6)
4 Poststuk waarover geruzied wordt. (10)
5 Dar, ieme, koningin. (7)
6 Dat wordt toegegeven. (5)
7 Als lichaamsdeel vermogend, of niet? (11)
8 Waterman of -dier. (6)
13 Op het werk neemt men afscheid van een eenling. (8)
14 Beelddrager. (6)
16 Wijst het lidwoord ze aan? (4)
17 Uitvoering van een volksrijmpje. (6)
18 Aan deze som onbreekt niets. (6)
20 Gezicht dat dagelijks in de krant staat. (3)