8  Munt niet uit op de planken. (17)

10 Prijs voor de dodelijkste slang. (8)

11 In de frituur loopt het gesmeerd. (7)

12 Huisdier met een kegel. (5)

14 Wandeling die ten einde is. (10)

15 Heeft een T-shirt waarin ik fitness. (6)

17 Trede waarop de fine fleur zich bevindt. (10)

19 Geen inzage in hoe een printer werkt. (5)

20 Heeft die een lapje grond? (10)

22 Een gevulde reep bezitten. (17)

 2  Zoet vlees. (4)

 3  Bij goed weer is dat beter te pikken. (8)

 4  Die gaat op de beurs de lucht in. (6)

 5  Hierin worden normaal en met reden gebruiksartikelen beschreven. (13)

 6  Tegendraads ondergoed voor onderweg. (8)

 7  Met water wordt draadjesvlees lekker. (13)

 9  Het slaginstrument is een discussiepunt. (5)

13 Van jonge paling heb ik tabak. (8)

16 Zo plat dat het niet langer houdbaar is. (6)

18 Alle mensen! (5)

20 Hartenvrouw. (4)

21 Het gaat bergafwaarts met hem, hoewel hij niet drinkt. (3)