5  Klare lijnen schrappen. (9)

 8  Kijk eens in de kas! (3)

 9  Hollandse kaasburger. (7)

10 Hele stukken. (5)

11 Tegenvallend gebalk in Bulgarije. (5)

12 Trek iets aan, een mat of zo. (7)

14 Die houdt voor straf de loper tegen. (3)

15 Deze zin bevat het slotwoord. (9)

 2  Een winkel die groeit. (4)

 3  Ontvang de man gelovig. (8)

 4  Kijken naar vette druppels. (4)

 6  Bevestig jij het stangetje. (7)

 7  Die brengt geen vaart in de ether. (8)

 8  Is pensionering verleden tijd? (7)

11 Tweetonige titel. (4)

12 Eetbaar vaartuig. (4)

13 Dit wordt onder de voet gelopen. (4)