1 Die vrucht komt uit een ei. (4)
2 Daar zit enkel een blaar op. (8)
3 Stand die uit arbeid ontstaat. (4)
4 Gebroken om te roken. (4)
5 Aantal betweters. (4)
8 Alleen met zijn tweeën.. (8)
9 Geletterde agrariër in opleiding. (5)
12 Dat is betrekkelijk functioneel. (4)
13 Stof tot schrijven. (4)
14 Twee dieren gaan aan wal. (4)
15 Boei ze allebei. (4)