1 In dit koelkastvak hoort groente. (4)
2 In dit dievenhol zijn ze gevlogen. (9)
3 Vervangende letters. (3)
4 Een hoofddeksel staat er aan de leiding (2,3)
5 Wagen voor het werkverkeer (9)
6 De heilige toon geeft steun. (4)
8 De ogen en oren van de pers. (7)
12 De gesteldheid van het land. (5)
13 Voorbeeldige opname. (4)
15 Vrouw met een lekker toetje. (4)
16 Richting die voldoening geeft. (3)