1 Kijk op metaal. (4)
2 Slagzin. (8)
3 Diender. (4)
4 Op dat terrein slaat men zijn slag. (4)
5 Zien er goed uit. (4)
8 Geluid dat over een zaak onderhandelde. (8)
9 't Voorteken in bedwang houden. (5)
12 Gerei om op te rakelen. (4)
13 Niet mals, maar dubbel lekker. (4)
14 Het is eng als je daarin zit. (4)
15 Is een gans in België. (4)