1 Frisse kip. (4)
2 Treft geen blaam, want schoon. (7)
3 Een stroom van moeders. (4)
4 Geen waardepapier. (4)
5 Beroep van een landmeter. (8)
6 Heilige taal van planten. (8)
8 Dat kereltje is nogal pissig. (7)
12 Woord van het jaar. (4)
13 Hierdoor kan men zwichten. (4)
15 Hij taalt naar beide kanten. (4)