1 Voornaamwoord. (4)
2 Het is ook drinkbaar. (4)
3 Dus helemaal niet anders. (4)
4 Slapend zijn misnoegen uitend. (8)
5 Sluiting van u en de partij. (4)
7 Medewerker in een pretfabriek. (8)
9 Dat gewas is broodnodig. (5)
12 Praat zwaar tegen bomen. (4)
13 Hond met jongen. (4)
15 Zoet vlees. (4)
16 Geheimzinnige tweemaster. (4)