1 Gaat op in het bureau. (4)
2 Maakt deel uit van een kunstboeket. (12)
3 Nobelprijswinnaar die een balletje maakt. (4)
4 Uitgaven van het rijk. (13)
5 Is haast altijd verkeerd. (5)
6 Grote groep die gewichtig is. (5)
7 Is verwant aan walrus en kaaiman. (7)
9 Dat veld is een specialisme. (7)
12 Afschrikwekkende staaltjes. (8)
13 Luidruchtige succesnummers. (8)
15 Fors uitgevallen waterplant. (5)
16 In de tweede wedstrijd kwam de terugslag. (6)
20 Is getuige van een arrestatie. (4)
21 Bedrijf dat weerwerk biedt. (4)