7  Komt van de grond. (12)

 8  Bij de rechter zal het duidelijk worden. (5)

 9  Opvliegend type. (6)

10 Ongeregeldheid in de kloosterschool. (12)

13 Beest dat het bont maakt. (5)

15 Vervelende meisjes in moeilijkheden. (6)

16 Die brengt u in verlegenheid. (4)

18 Zich op de borst slaand. (8)

19 Is overdag niet misselijk. (11)

20 Wilt u mij bekwamen in het mixen? (7)

21 Gemeenschapsgeld. (4)

22 Het is gek als ik verkeerd huil. (4,4,4)

 2  Hoogwater. (8)

 3  Geen dichter is meer toegankelijk. (6)

 4  Mislukt gerecht. (4)

 5  Populaire landbouwvoertuigen. (16)

 6  Boeren hebben er de balen van. (4)

11 Inlopen bij overdekte wedstrijden. (12)

12 Heeft er met recht verstand van. (12)

14 Verdooft de pijn. (9)

17 Daar zitten geen harde criminelen gevangen. (8)