5 Toenadering zoeken na een misslag. (3,2,6)
7 Is, om kort door de bocht te gaan, het derde been van een schaatser. (10)
9 Afgaan als skiër. (5)
10 Wedstrijd waarin men wat overhoudt. (5)
11 Waarom ze schaatsten. (5)
12 Schuift wat op de lange baan. (6)
14 Artistieke beelden van de geleverde strijd. (10)
16 Huzarenstukje, ook al ging die ronde niet op souplesse. (10)