6 Dat beest gaat goed gekleed. (7)
8 Het beieren doet u niks. (5)
10 Reisje voor wie binnen is. (5)
11 De vrijer is gemeen en akelig. (7)
12 Nietszeggende wenken. (7)
14 Die is uitgeroosterd. (5)
15 De zoom die ik van kant maak. (5)
16 Daar kun je haringen proeven. (7)