3 De Renners op de laatste dag van de tour gaan niet hard. (13)
8 Dat ventje zeikt over een nationaal symbool. (8,3)
9 De spelersvrouw is een stuk. (4)
10 Heffing waarop men moppert. (7)
12 En maar zonnebaden. Wat een taart! (5)
13 Drukte van percussionisten. (6)
15 Bevat data van hockeyers. (5)
16 Precies het oude nummer. (5)
17 Daarmee zet je de pers aan. (8)
19 Die bloem is voor haar. (4)
20 Voorkeur van de postbode. (11)
22 Ten zuiden van een Gelderse plaats overeind blijven. (5,3,5)