1 Nam een hoop waar. (4)
2 Deze auto is winterklaar. (4)
3 Gezellig woord. (4)
4 Is in touw met druiven. (4)
5 De uitglijer van een broekje. (4)
7 Opnieuw twee ter reparatie. (7)
9 Onderdeel van een stoomcursus. (7)
12 Snel en goed hoorbaar. (4)
13 Het kader zeurt. (4)
14 Daar zijn we niet voor. (4)
15 Stof tot nadenken. (4)
16 Het is wat met die zaak. (4)