1 Moedeloos worden als onbekend is waar iets zich bevindt. (3,4,4,6)
2 Gezellig bezig in de zorg. (12)
3 Werkoverleg zonder stopwoordjes. (17)
5 De tweede keer is het een verschillend gerecht. (9)
6 Haast je naar de luchthaven. (5)
7 Duwtje dat men bij schaken nodig heeft. (3)
11 Houtwerk dat muurvast zit. (12)
13 Die is gelukkig de lul, of niet? (9)
18 Zonder verpakking is het schoon. (5)
20 Betaalopdracht van het havenbedrijf. (3)