1 Zij beviel een puber. (12)
2 Zo zijn veel munten op de kop getikt. (8)
3 Meer en meer achting krijgen. (6)
4 Niet het goede wisselgeld gehad, dat hoort niet. (8)
5 Imme is zo in de volksmond bekend. (6)
6 Dat weten we over iemand met een profcontract. (8)
7 Barst met je scheiding! (5)
8 Is moe van 1 vert. (3)
12 Betalingsverkeer (8)
14 Zich wapenen tegen klimatologische omstandigheden. (5)
15 Beslist niet een koetshuis. (6)
17 Is ludiek aan het musiceren. (6)
20 Zij gaat onder de wol. (3)
21 Die is nuttig bezig. (4)
22 In graden uitgedrukte kunstvorm. (4)