3  De overblijfselen van onze consumptiemaatschappij. (11)

 7  Een onbelangrijk mens omklemmen op het voetbalveld. (2,3,6)

 8  Volk dat het land heeft. (5)

 9  Periode van groei. (5)

10 Ouwe lul die zijn contributie niet meer betaalt. (2,3)

12 Scherpklinkende bel. (5)

14 Die speelt met een Barbie. (11)

15 Chaotische toestand waarin toverdrankjes worden geproduceerd. (11)

 2  De rosse buurt. (14)

 4  Wordt tegenwoordig twee keer uitgesproken van verbazing. (6)

 5  Injectie geweer. (5)

 6  Vloeibare spijs. (4,2,7)

11 Progressieve hoek. (6)

13 Voedingsbodem. (5)