5  Tennissen samen enorm recalcitrant. (6,2,5)

 8  Dit meisje is het middelpunt. (4)

 9  Paard en wagen. (7)

10 Zoveel heerschappij is bijna onverteerbaar. (7)

11 Vertegenwoordiger die aanhoudt. (5)

13 De verbinding is voor u verbroken. (1,4)

15 Plagiaat bij handenarbeid. (7)

18 Die is om te vermaken. (7)

19 Die schiet de weg op. (4)

20 De lelijke woorden waarmee je om de tuin wordt geleid. (13)

 2  Zo getailleerd is de kleding van wie zo verstandig is om in goede conditie te zijn. (4,3)

 3  Ton is bokser. (12)

 4  Examenopgaven die niet duidelijk zijn. (6)

 6  Die moet zijn blik op de weg houden. (12)

 7  Dat vervelende meisje kan de boom in. (4)

12 Wel zo correct om ergens voor te bedanken. (7)

14 De gasten voelen zich er door aangesproken. (6)

16 Dat wordt verteld om een opstandje uit telokken. (6)

17 De president van De Nederlandse Bank is streng. (4)