9  Hij proeft in Engeland met zijn handen. (6)

10 Hersengymnastiek. (9)

11 Ging jij in een korte tijd achteruit? (6)

12 Die is verwant aan de Afghaanse windhond en de Schotse terriër. (6,3)

13 Wat vogels voor de kiezen krijgen. (6)

17 Zo lelijk dat het alleen uitgeschakeld te bezichtigen is. (4,2,3,2,4)

18 Eerder een politicus. (6)

22 Sjees. (9)

23 Jonge dieren die in de bomen zitten. (6)

24 Schitterende sieraden. (9)

25 Om aan te turnen of in te boksen. (6)

26 Vies ruikende broedplaats. (9)

 2  Ervaren in aanraken. (6)

 3  Met de laatste stukjes dameskleding is men ongezond bezig. (6)

 4  Speciale banden met bladvreters. (6)

 5  Kassa. (15)

 6  Dat wordt afgelegd om in beroep te gaan. (9)

 7  Houterige dronkaard om de vloer mee aan te vegen. (9)

 8  Er spreekt, toegegeven, waardering uit. (9)

14 Zij slopen (naar) binnen. (9)

15 Opstelling in oorlogstijd. (9)

16 Populaire vorm van herrie schoppen in de winkelbranche. (9)

19 Tijdelijk gebruik in Limburg. (6)

20 De handen van een dief. (6)

21 Burchtbewoners hebben het vaak koud. (6)