1 Wordt recent aangegeven met de einddatum. (2,9,3)
2 Handvat aan het been van een muggenzifter. (8)
3 Met de auto komen en botsen. (8)
4 Op die melk hebben we een positieve kijk. (7)
5 Geen beest is zo monsterlijk. (6)
6 Is een gegeven bij de begroeting van een kinderschoen. (6)
8 Groep leerlingen in het bijzonder onderwijs. (3,6,5)
15 Die matroos is een meeloper. (8)
16 Omlaag in de richting van het perfecte. (8)
17 Opgerichte munt voor de markt. (7)
19 Is voor de sier met haar bezig geweest. (6)
20 Geeft houvast aan een opstandige bank. (6)