1 De populaire groep gaat rug aan rug aan boord. (4)
2 Dat is volgens de letter een auto. (4)
3 Daar zijn we nog niet klaar mee. (4)
4 Deze plaats is voor vast geregeld. (4)
5 Het toucheren voor de lol. (4)
7 Niet achteruit. (7)
9 Hangen tegen de muur tijdens een staking. (7)
12 Enkelspel. (4)
13 Met Rudink kon je alle kanten op. (4)
14 Bereidingswijzen. (4)
15 Ik strik je voor een karweitje. (4)
16 Die stroom gaat naar beneden. (4)