1 Netwerker. (4)
2 Wollen water (4)
3 Dat wil een hebberige politieman. (4)
4 Plaats waar men op zijn rechten staat. (4)
5 Welnu, het is onprettig. (4)
7 Lopende band. (7)
9 Ontmoeten en ontroeren. (7)
12 Insect dat later komt. (4)
13 Gegevens voor dagen. (4)
14 Dit spel moet je slim spelen. (4)
15 Opnieuw beginnen is het enige wat rest. (4)
16 Van het overschot kun je delfstof maken. (4)