5  Werknemer die op ontploffen staat. (14)

 7  Geen werk voor een uitzendbedrijf. (8)

 8  Het gevolg van drukwerk. (6)

 9  Matrozen die van de pot gerukt zijn, zijn waardevol. (11)

10 Stoot in je computer. (3)

12 Hoe heet kan het worden in oorlogstijd met zoveel toeristen! (15)

13 Neerslachtige mensen zitten er in. (3)

14 Die wordt geslikt door een vermogende dokter. (11)

16 Lattenschuur. (6)

17 Hij fabriceert kkk. (8)

18 Die dominee vaart er wel bij. (14)

 2  Brieven worden niet tegengehouden. (12)

 3  Omgang waarmee het mis gaat. (15)

 4  Hiermee speelt men in een restaurant. (5)

 5  (Die heeft weinig p)oen. (3,4,6)

 6  Het aantal borrels dat men achterover kan slaan. (13)

 8  Stand bij het Groot Nederlands Dictee. (12)

11 Snelweg die nog verder uitgebreid wordt. (9)

15 Schoa. (5)