6  Vormelijke man. (15)

 8  Dat is iemand die met veel inspanning een stoel bekleed heeft. (7)

 9  De paarden zijn gewassen. (7)

10 Camouflage voor een hoofddeksel. (8)

11 Welvarende Schot. (6)

13 Ze vegen niet zo schoon meer als ze oud zijn. (6)

14 Een plaatje van een tenniswedstrijd. (6-2)

16 Hoe 't treuren om een dode iets feestelijks is. (7)

17 Kleren van de fanfare. (7)

18 Sopraangeluid registreren. (4,4,7)

 2  Geen eenvoudige job, maar wel vermakelijk. (8)

 3  Ik hoor dat je moet stoppen met die stok. (6)

 4  Geschil dat voor vuurwerk zorgt. (9,5)

 5  Hij is zijn broeders hoeder. (15)

 7  De nobele vaardigheid van het plannen beramen. (14)

12 Tegenhanger van een luchtschip. (8)

15 Nuttig door woordenrijkdom. (6)