1 Rustruimtes in een detentiecentrum. (3,11)
2 Lever een blad. (6)
3 Omschrijving van een plan voor het eten. (6)
4 Landgenoten die ook met de bus gingen. (4,11)
5 Op een broodje verdween hij naar de beurs. (9)
7 Iemand hogerop helpen bij de brooduitgifte. (3,6,5)
11 Gedupeerd worden door een opwindend leven. (2,4,3)
14 Doorweekt zijn van het wassen. (6)
15 Europese plattegrond die we per mail ontvangen. (1,5)