4  Ligt en staat op een boot. (4)

 6  Zo'n humeur is maar tijdelijk. (12)

 9  Invitatie bij de bron. (6)

10 Strijd met feesttenten. (8)

12 Wees op grond hiervan behulpzaam. (14)

13 Stekelige zwemmer (7)

15 Houterig blijven steken. (7)

17 Een hospitaal, jeeps, prikkeldraad, een mess, et cetera. (14)

19 Lid van een politieke club. (2-6)

20 Die rijden in het criminele circuit. (6)

21 Die hebben ijzersterke pokerspelers in handen. (12)

22 Schiet niet op in de olie (4)

 2  Door dit apparaat komt de liefde van twee kanten. (15)

 3  Mate van waarneming in het Belgisch onderwijs. (15)

 4  Onnatuurlijk ongezond. (8)

 5  Een lichtend voorbeeld. (4)

 7  Hiermee begint een veiling van kaarten. (11)

 8  Gevaar voor verwoesting. (6)

11 Globaal potgrond gezin. (6,5)

14 Vervelend eindsignaal. (8)

16 Mechaniek waarmee een poes zich naar boven draait (6)

18 Dat figuur heeft een ego. (2-4)

19 Het is zaak voor een militair een wapen te hebben. (4)