1 Die boot verdient een pluim (4)
2 Aangeslagen door mazzel. (9)
3 Was vroeger van de klok. (7)
4 Meisje onder de goden. (4)
5 Beeldig wezen zonder broers of zussen (4,4)
6 Dan is iemand zeker van zijn stem. (8)
8 Eerlijk waar, men staat boven de wet (7)
12 Van armoe wordt er een deugd van gemaakt. (4)
14 Overal is het reeds voorbij. (4)