1 Mini en maxi. (9)
2 Er is begrip voor zo'n inval. (4)
3 Hij studeerde medicijnen en vreemde kunsten. (4)
4 Zo'n muziekinstrument zie je dikwijls. (4)
5 Gastarbeider die in Duitsland als opper werkt. (4)
6 Slordig op kamers. (9)
9 Hij mag het weten, ik niet. (5)
13 Rijdt laag-bij-de-gronds. (4)
14 Met chocola in touw. (4)
15 Overal is het reeds voorbij. (4)
16 Omdat de toeloop groot is, zijn er alleen maar tijdelijke banen. (4)