7 Mensen met een onfrisse adem in het bos. (14)
9 Spits. (13)
10 Presenteerbladen opbergen. (8)
11 In Griekenland kan men iets opsteken over de natuur. (6)
13 Hij is het tegendeel van een doodbidder. (13)
16 T is er op of eronder met de patient in deze barre tijd. (6)
17 Gedogen en juist niet openliggen. (8)
18 Kinderspel om het station te vinden. (14)
20 Zo is jezelf zijn het beste. (3,4,5)