6 Een kort optreden als reactie, gericht aan het bedrijf. (14)
8 Naar binnen schieten met geld. (8)
9 Ervaren in aanraken. (6)
10 Geeft aan de grens de maximumsnelheid aan. (10)
11 Wegens een Franse trein. (3)
13 Hij gelooft in zijn rijsdoel. (15)
14 Zo onbevangen is iemand in de vakantie. (3)
15 Houdt hij de pers in de gaten? (10)
17 Kaartje waarmee het openbaar vervoer binnenloopt. (6)
18 Ik. (8)
19 Kerkelijk gezag. (14)