1 Zich doodschamen als ploegende boer. (4,2,5,4)
2 Deugniet die drukte maakt. (9)
3 Gek worden als ze de verkeerde trein pakken. (4,4,6)
4 Een engelse urn voor Martin. (5)
5 Hierbij legden feministen het hoofd in de schoot. (4,2,5,4)
7 Overspanning door belasting. (7)
8 De betrekking van een (weg)werker. (4)
13 De stukken corduroy die we op ons bord krijgen. (9)
15 De belangstelling waardoor ik smaller word. (7)
18 Gewichtige munteenheid. (4)
19 Ik geloof in een rommelig decor. (5)