1 Met dat vel sta je er gekleurd op. (4)
2 Is roestvrij, dat is niet te betwisten. (13)
3 Product van een bouwmarkt met een scherpe samenhang. (8)
4 Maak snel iets, ik wil je wel helpen. (13)
5 Dichtvriezen. (12)
6 Allemaal een dikke onvoldoende. (8)
7 De snelheid van een schip. (5)
8 Op de computer is de spin gelokaliseerd. (7)
12 De uiteinden worden aan elkaar geknoopt. (7)
14 Lichaamsdeel van een wesp. (6)
17 De strijd liep zo te horen hoog op. (4)
18 Ga naar school om hogerop te komen! (4)
20 Meisje onder de goden. (4)