1 Die staat naast het nijlpaard op het schaakbord. (10)
2 Pas achteraan. (6)
3 Pupillen van jonge vrouwen. (8)
4 Bij bridge is het model van de kleding belangrijk. (4)
5 Om keurig motten te vangen. (13)
7 De uren dat men niets uitvoert in het laboratorium. (13)
8 Uitgezonden worden en dan ontploffen. (2,5,2,4)
12 Naslagwerk van rifvissen waar muziek in zit. (10)
14 Woordenstrijd. (8)
17 Als je er niet voor bent, kom je het te weten. (6)
19 Die spuwt weer een zuil van vuur. (4)