1 Loopt voor de lol door Utrecht. (4)
2 Staat waar men woont. (9)
3 Al drinkend winden laten. (8)
4 Eenmaal (per dag dien je het in elk geval te gebruiken). (4)
5 Plaats van een brouwerij die in de as wordt gelegd. (8)
6 Het is top in de woestijn. (8)
7 Vervullen met textiel. (8)
12 Eeten met stokjes. (4)
13 Roofdier met een slecht gebit. (4)