5 Emmer water boven de deur. (12)
8 Nietszeggend staaltje uit het bedrijfsleven. (4,2)
9 Kijker die niets uitvoert. (3,3)
10 De tijd van Koning Winter. (13)
13 Jongen die super is. (4)
14 Dat heb je; of niet. (3)
15 Vijfenzestig minuten in brand. (4)
16 Houtziekte in het theater. (13)
17 Beursterm voor een bankroet. (6)
19 Rest na een wereldbrand. (6)
21 Als medewerker van de binnendienst vertrekken en het hogerop zoeken. (2,6,4)