1 Als u het geeft, bent u erbij. (14)
2 Tijdens dubbele moord gaat het moeilijk. (3,6,2,6)
3 Overtuigd gevallen. (2)
4 Cryptogrammenjargon. (10)
6 Even klaar om in te vallen. (3,6,6)
8 Wat een onzin over slappe koffie of thee. (5)
9 Voor de trein met elke Brandsteder. (6)
12 Griezeligheid op de oceaan. (8)
14 Bloot is vervelend. (4,3)
16 Pony tussen de geisers. (8)
18 Weer van achteren. (5)