2 Toen men aan land kwam, ontstond die afkeer. (7)
5 Engelsen hebben ook bezittingen. (4)
7 Verdraaide notenvarieteit. (8)
8 Een sukkel die erop zit. (4)
10 Wat de actieven gebruiken. (7)
11 Zo lekker dat een mens het niet overleeft. (7)
12 Mentaal gebroken stuk dat overblijft. (4)
14 Is er niet bij verstrooidheid. (8)
15 Kleur van munt en noot. (4)
16 Voornaamste hoofd. (7)