1 Pakken met tegenzin. (5)
4 (reis)wagen met een rund ervoor. (5)
7 Op.......benen komt een mens niet ver. (7)
9 Daarvoor krijg je het. (4)
10 Zo goed gemaakt is het einde. (7)
12 Klaar voor een eerlijke maar lastige zaak. (7)
14 De schutter maakte een buiging voor het tuig. (4)
15 In de frituur loopt het gesmeerd. (7)
17 Deze auto schijnt van een dief te zijn. (5)
18 Is het reeds het afgesproken moment? Nooit niet! (5)