Vul de woorden in volgens de omschrijvingen. Gelijke cijfers zijn gelijke letters.
Bij juiste invulling ontstaat in de verticale balk de oplossing.
1 kledingstuk (8)
2 lichaamsdeel (10)
3 handswerksman (5)
4 peulvrucht (9)
5 Aziatische vrouw (7)
6 zeer koud gebied (9)
7 gerechtvaardigd (9)
8 vaartuig (10)
9 groente (5)
10 plant (10)
11 deel van een verhaal (7)
12 circusartiest (11)
13 vis (8)