Vul de woorden in volgens de omschrijvingen. Gelijke cijfers zijn gelijke letters.
Bij juiste invulling ontstaat in de verticale balk de oplossing.
1 ambtsgewaad (7)
2 beroep, ambt of functie (7)
3 lekkernij (9)
4 vorstentitel (11)
5 ledemaat (10)
6 ossenwagen (8)
7 plaats in overijssel (11)
8 slangensteen (9)
9 kledingstuk (10)
10 marionet (8)
11 strijkinstrument (9)
12 wapen (7)
13 domkop (5)