1 In het ballet begint zij met de lijn te trekken. (13)
8 Dat is niet in de buurt, in Amsterdam, kerel. Wat ijverig! (7)
9 De eerste ganzerik als vertegenwoordiger. (5)
10 In niets lijkt ze op de mythologische vrouw! (3)
11 Incasseert een toespraak bij de plechtige binnenkomst. (7)
13 Trefwoord als motto. (5)
14 Europees ijs. (6)
17 Is dit hier gelegd door een vervelend meisje? (6)
20 Bij teruglezen blijkt 'n liefdesgod in dat boek voor te komen (5)
21 Die Noord-Hollander maakt kaas! (7)
24 In dat gruwelijks bepaald niet zachtzinnig. (3)
25 Voorstellingsbeeld van een volkomen ontwikkeld insect? (5)
26 Men vindt oom om het lied bepaald niet slim! (7)
27 Daar slaap je niet lekker uit. (13)